- stuklopen
- {{stuklopen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [al lopend stukmaken] wear out 〈schoenen〉♦voorbeelden:1 zijn voeten stuklopen • walk until one's feet are soreII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [misgaan] go wrong ⇒ fail, break down♦voorbeelden:1 dat huwelijk liep stuk • that marriage broke downeen stukgelopen huwelijk • a broken/failed marriage
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.